Van een ouder van één van onze leerlingen ontvingen wij onderstaande brief die we graag met alle ouders willen delen:
Open brief
Als moeder van een leerling van het Hoeksch Lyceum wil ik graag even iets kwijt.
NRC handelsblad schreef op 15 april jl. dat leerlingen tegenwoordig niet meer zo snel op een hoger niveau kunnen komen. Dit was de conclusie uit het Onderwijsverslag 2015 dat de Onderwijsinspectie die dag presenteerde. Middelbare scholen blijken steeds strenger te zijn geworden bij het bepalen van het schoolniveau van een kind. De Inspecteur Generaal, Monique Vogelzang: “Zo zie je dat middelbare scholen kinderen bij binnenkomst al bij een bepaald niveau indelen. De brede brugklassen met meerdere niveaus verdwijnen steeds vaker. Hierdoor kunnen kinderen niet meer ‘opstromen’. Dat opstromen gebeurt sowieso een stuk minder. Het ouderwetse stapelen, van mavo naar havo, of van havo naar vwo, is fors afgenomen.” De Inspecteur Generaal concludeert dat het Nederlandse onderwijssysteem een stuk minder flexibel is geworden. “Willen we dat?”, vraagt ze. “Krijgen kinderen nog wel genoeg kansen? Denken we nog aan de laatbloeiers? Geven we de best presterende leerlingen wel voldoende mogelijkheden? Of laten we die op safe spelen?”
Het is m.i. verontrustend dat de onderwijsinspectie nu zelf alarm slaat. Kinderen worden tegenwoordig op hun twaalfde ingedeeld op een niveau met daarna weinig kans om nog te door te ontwikkelen (i.t.t. de ons omringende landen waar kinderen pas later worden ingedeeld). Welk kind is uitontwikkeld op zijn twaalfde? Kinderen mogen toch ook geen alcohol drinken onder hun 18e omdat hun hersenen nog in ontwikkeling zijn? Het is nu bij de meeste middelbare scholen bijna onmogelijk een niveau te kiezen dat een beetje ambitieus is voor het kind. Maar als het kind dat graag wil en/of de ouders denken dat het kind het wel zou aankunnen?
Het NRC artikel legt verderop uit dat veel middelbare scholen strenge toelatingseisen hanteren “omdat ze door de inspectie worden afgerekend op zogenoemde ”afstromers”: leerlingen die afzakken naar een lager niveau.”
Scholen delen dus ‘laag’ in, of laten leerlingen niet toe tot het niveau van hun wens, omdat ze zo een beter (inspectie)rapportcijfer krijgen. Er is hier m.i. maar één conclusie mogelijk: als je een kind hebt dat niet uitgesproken briljant is, maar wel ambitieus, veelzijdig, of een laatbloeier, dan moet je niet bij de zelf proclamerende ‘goede scholen’ zijn die prat gaan op strenge toelatingseisen en hoge scores. Dikke kans dat je kind daar ruim onder zijn niveau wordt ingedeeld en niet mag proberen te ‘klimmen’.
Zo niet bij het Hoeksch Lyceum. Onze dochter kreeg twee jaar geleden mavo advies van de basisschool. Mijn man en ik dachten dat ze wellicht havo aankon, mede omdat ze graag een beroep wil gaan uitoefenen waarvoor een havo diploma vereist is. We bezochten de open dagen van scholen in de omgeving. Het viel ons op bij het Hoeksch Lyceum, dat men eerst naar onze dochter luisterde en toen naar ons. Er werd niet eerst geschermd met toelatingseisen, eindejaars-gemiddelden of minimum citoscores. Het Hoeksch bleek een tweejarige brugklas te hebben, wat docenten en kinderen dubbel zo lang tijd geeft om uit te vinden wat het optimale niveau is. Vervolgens was er ook nog een mavo+ route, waarmee leerlingen op een nog later tijdstip, bij het kiezen van de profielen, gefaciliteerd kunnen ‘opstromen’. Kortom, laat dit nu precies de flexibiliteit zijn die Inspecteur Generaal Vogelzang bij verreweg de meeste middelbare scholen zo node mist!
Het Hoeksch besloot onze dochter niet in de mavo/havo brugklas te plaatsen, maar in de havo brugklas, zodat ze meteen op havo niveau les zou krijgen en beoordeeld kon worden. Aan het eind van dat eerste jaar kreeg ze het advies om naar het tweede brugjaar havo/vwo te gaan met beoordeling op twee niveaus: havo en vwo. En twee weken geleden kreeg onze dochter te horen dat de docenten haar volgend jaar graag in 3 vwo willen zien! Onze dochter heeft in haar twee jaren op het Hoeksch een flinke ontwikkeling doorgemaakt. Dit is voor een groot deel te danken aan de toegewijde begeleiding, bevestiging en aanmoediging van de docenten en mentoren, en aan het vertrouwen dat de teamleider verlengde brugjaren in haar stelde!
Wij geloven niet dat onze dochter een uitzondering is. Er zijn veel kinderen die pas op latere leeftijd het ‘leren’ te pakken krijgen of interessant gaan vinden. Of die dan pas genoeg zelfvertrouwen of motivatie hebben ontwikkeld. In onze tijd, de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, waren er veel opstromers/stapelaars. Leerlingen die er in de loop van hun jeugd pas achter kwamen dat ze wilden en konden doorleren en daar de kans voor kregen. Is daar iets verkeerd aan? Bij het Hoeksch Lyceum vinden ze van niet! Hulde aan het Hoeksch!
J.M. Nieuwpoort